-
1 blessing in disguise
een verhulde zegen -
2 blessing
n. zegen[ blessing]1 zegen(ing) ⇒ godsgave, gelukkig feit2 goedkeuring ⇒ aanmoediging, zegen♦voorbeelden:he can count his blessings • hij kan van geluk sprekencount your blessing! • wees blij/tevreden met wat je hebt!it was a mixed blessing • het had zo zijn voor- en nadelen/zijn voor en zijn tegenwhat a blessing that • wat een geluk dat2 your proposal has my blessing • je voorstel heeft mijn goedkeuring/zegen -
3 a blessing in disguise
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский